Doei

Het laatste stoplicht voor ons huis is waar het mis gaat. Tranen rollen over mijn wangen. Het is angst, angst om iemand heel veel pijn te doen. Als het licht op groen springt slik ik mijn tranen in. Hoe kan hij sterk zijn als ik dat niet ben?

Twee keer de bocht om en ik ben in de straat. Voor de deur is een vrije plek. Ik ben hier al een week niet meer geweest. Met bonzend hart open ik de voordeur. Hij zit in zijn gemakkelijke kleding voor de televisie, ‘hey schat, wat doe jij nou hier?’ zegt hij terwijl hij de knopjes zoekt om het tv programma op pauze te zetten. ’ga zitten’ antwoord ik en zet een pot thee. ‘welke smaak wil je?’ ‘bosvruchten, duhuh’. Ik glimlach als ik weer met mijn rug naar hem toe sta. Ik schenk twee koppen thee met melk in, voor mij veel meer melk dan voor hem. Hij vindt altijd dat ik het als de Engelsen drink.

‘ik ga bij je weg’ zeg ik en zie zijn gezicht vertrekken. ‘maar…’ ‘ik heb mijn besluit genomen dus het heeft geen zin om in discussie te gaan’ deze had ik voorbereid. Maar, reageerde ik niet te snel? Wilde hij niet gewoon vragen waarom? Ach, dan was hij over de redenen in discussie gegaan. Hij kijkt me lang aan en zegt dan ‘waarom?’. Zodra ik het begin uit te leggen begint de discussie en sluit ik deze direct weer. ‘ik heb ook een hoop stront over jou heen te smijten’ zegt hij.

Als we samen stilletjes op de bank zitten sta ik op. ‘ik ga’ zeg ik ‘zal ik voor jou nog een thee inschenken?’. Hij staat niet op en antwoord niet dus schenk ik nog een kop thee in. Als hij begint met drinken loop ik naar de deur. ‘dag schat’ zegt hij ‘dahag’ antwoord ik terwijl ik denk ‘ontzettende lieverd wat ga ik jou missen’. dan sluit ik de deur van zijn huis.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »