Hoofddorp

Was ik maar een koffie drinker. Dan kon ik, net als iedereen, op bijna elke straathoek een kop puur geluk bestellen.

In hoofddorp staat een lange rij bij de barista tent. Ik zie lachende mensen. Het is koud buiten. De straten staan vol met verlichte bomen. Ik heb gezocht naar een kapot lampje, maar iedere led geeft licht. Ik wil graag gaan zitten maar elk bankje is nat. Mijn trui is ook nat maar het regent niet meer.

De groenteman staat buiten, naast zijn uitgestalde fruit, een kop koffie te drinken. Hij glimlacht naar me. Ik probeer terug te lachen maar het lukt niet.

Even verderop gaat een jongen de wibra in. Een vrouw zet na zijn binnenkomst de deur weer op slot. Alles is nog dicht. De tekst van de muziek in het winkelcentrum is letterlijk te verstaan. Zo stil, zo rustig is het hier in hoofddorp.

Op een plein staat één droog bankje onder een grote overkapping. Ik ga daar zitten en steek een sigaret op. Lachende tieners met een paraplu lopen achter me langs. Ik heb hun gezicht niet gezien, ik heb ze alleen horen lachen.

Nog een half uur en dan is de garage klaar met mijn auto. Dan kan ik weer warm naar mijn huis toe rijden en onder de deken kruipen. Tot die tijd wens ik dat ik een koffiedrinker ben.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »